Het maken van een ets, zeefdruk, litho of giclee

Het maken van een ets

Bij mijn afscheidsreceptie in het Ziekenhuis Amstelland in mei 2011 kreeg ik van Michel van Overbeeke een heel bijzonder cadeau: het etsplaatje waarmee hij in 1994 het etsje ‘ Popo II ‘ afdrukte.

Hier is een mooi voorbeeld van de kale etsplaat met er onder de afdruk van Popo II.

Het persen van een ets

Als iemand een ets wil maken, begint deze met een metalen plaatje, waarop een afdekkende en zachte laklaag wordt aangebracht. Met een scherpe punt wordt in die laklaag de tekening gekrast. Er kunnen ook afdrukken van een boomblad of van een bepaalde andere materie in die zachte laklaag gedrukt worden. Michel van Overbeeke heeft dit vaak gedaan. Als de tekening klaar is, legt de etser het metalen plaatje in een bak met zuur. Waar in de laklaag is gekrast, kan het zuur in het metaal komen, waardoor een groef uitgebeten (ge-etst) wordt. De etser kan er ook voor kiezen om geen zuur te gebruiken. Men noemt dit de ‘droge naald-techniek’. Deze ‘droge naald’ is dus geen ets (want er wordt geen zuur gebruikt), maar een andere techniek dan een ets. Bij een ‘droge naald’ kerft de kunstenaar met een harde naald een braam in de plaat en achter het omhoog gekomen metaal en in de braam blijft de inkt zitten, die bij het persen op papier terecht komt.
Vervolgens kan de etser het etsplaatje bijv. bijwerken met harspoeder, zodat er  ‘aquatint’ ontstaat. Daardoor wordt de oppervlakte van de etsplaat op bepaalde plekken wat ruw, zodat op die plaatsen nog wat drukinkt blijft zitten. Zo creëer je bijv. wat schaduw en diepte.

De etsplaat wordt licht verwarmd, met drukinkt ingewreven en daarna schoongemaakt (afgeslagen). Alleen in de groeven en in de ruwe delen zit nu de inkt. Het etsplaatje wordt op licht vochtig papier gelegd en door de druk van de etspers wordt het papier in de groef met drukinkt geperst. Daardoor ontstaat er een ‘moet’: een indruk / een verlaging in het papier, waarbinnen de etsafdruk staat. Ook zie je dikwijls dat de drukinkt op het papier ‘ligt’. Vaak kan je de drukinkt op het papier voelen.
Op deze manier kan je altijd heel makkelijk het verschil zien tussen een ets en een zeefdruk: de ets heeft een ‘moet’ / een indruk in het papier, een zeefdruk is glad van oppervlakte. Zie voor meer informatie over de zeefdruk het artikeltje hieronder!
Bijna elke etser heeft in de loop van de jaren een voorkeur voor een eigen etstechniek ontwikkeld.

Hieronder zie je hoe Marjan Smit in haar atelier in september 2003 een prachtige ets voor mij drukt: de ‘geboorte’ van een ambachtelijke ets…

Het inkten van de eerste kleuren van de verwarmde etsplaat

Het schoonvegen / afslaan van teveel inkt

De eerste persing van de etsplaat moet heel precies op het vochtige papier gelegd worden

Het eerste deel van de ets is gedrukt

Voor de tweede maal insmeren van andere kleuren van de drukinkt

Voor de tweede maal insmeren en afslaan van de drukinkt

Opnieuw een andere kleur aanbrengen op de verwarmde etsplaat

De tweede persing

Bij de derde persing is er nog iets bijzonders met de etsplaat gebeurd, waardoor de ets een bijzondere uitstraling krijgt, maar dat is ‘het geheim van de smid’, eh…. Smit.

Om de (vochtige) ets mooi recht te laten drogen, wordt deze strak op een dikke glasplaat geplakt / gespannen.

Vieze handen krijg je zeker van dit ambachtswerk!

Na ruim een uur werk is dit het prachtige resultaat! Heel bijzonder is ook dat ik van Marjan deze ets (met opdracht) cadeau kreeg. Als dank kreeg Marjan deze serie foto’s cadeau, die lange tijd op haar website heeft gestaan. Wil je zelf zien hoe Marjan een ets drukt? Ga naar YouTube en zoek op ‘Marjan Smit etsen’. 

Op YouTube zijn vele filmpjes over het maken van een ets, bijvoorbeeld:
” Zo maak ik een ets.  JittieWildeman.nl ” of ” Film Mediapraktijk HG: Hoe druk ik een ets?

Het maken van een zeefdruk

Het principe van de zeefdruktechniek is doordruk.
Een stuk fijn gaas van zijde, polyester of staal wordt over een raamwerk gespannen. Het zeefdrukraam wordt vervolgens (meestal) voorzien van een lichtgevoelige laag die door middel van een positief film belicht wordt. De op het positief aanwezige donkere vlakken worden bij het ontwikkelen weggewassen, zodat doorlatende plekken op het zeefdrukraam ontstaan, waar de inkt doorheen gedrukt wordt.
Men brengt de inkt op het raam aan en smeert deze met behulp van een rakel uit, waardoor de vorm van de sjabloon op het te bedrukken voorwerp (de beelddrager) wordt afgedrukt. Deze techniek kan herhaald worden met verschillende kleuren en vormen die naast elkaar of over elkaar worden gedrukt.
Bij kleurrijke zeefdrukken kunnen makkelijk 20 verschillende kleuren drukinkt gebruikt worden.
Het principe is vrij eenvoudig, maar doordat zeefdruk inzetbaar is op alle gebieden waar iets te bedrukken valt, wordt het ingewikkelder. Ieder materiaal heeft verschillende eigenschappen en voor verschillende materialen heeft men verschillende soorten inkt ontwikkeld.
(Bron: Wikipedia)

Het maken van een litho

Lithografie is een grafische techniek. Dit woord is afgeleid van het Grieks en betekent steendruk.
Lithografie maakt gebruik van het vet in het tekenmateriaal en het vet in de drukinkt. Als drager van de tekening dient kalksteen.
Wanneer de tekening op de steen klaar is, wordt de steen vochtig gehouden en het tekenmateriaal vervangen door drukinkt.  De drukinkt hecht op de tekening. Met een pers wordt de geïnkte tekening van de steen overgebracht op papier.
Tegenwoordig gebruikt men in plaats van steen soms ook aluminium- en kunststofplaten. In plaats van lithostenen worden dan platen van ander materiaal gebruikt, die minder zwaar zijn.
Lithografie is mogelijk, omdat vet en water elkaar afstoten. Wanneer een geschikte kalksteen is voorzien van een tekening met vet krijt, wordt deze tekening met behulp van Arabisch gom ‘gefixeerd’. De gom maakt de niet-betekende steen nog ontvankelijker voor water. Tevens kan aan de gom een zuur worden toegevoegd. Alleen delen van de steen waar niet getekend is, worden aangetast door het zuur
Lithografie in de handen van een kunstenaar/meester-drukker kan daarentegen zeer gedetailleerde nuances tonen. Met name monochrome lithografieën verraden of de lithografie kunstambachtelijk is toegepast. De overgangen tussen met name grijstonen kunnen dan fluweelzacht zijn. Het papier komt in direct contact met de steen, daarom dient het beeld op de steen in spiegelbeeld te worden aangebracht.
(Bron: Wikipedia)

 

Het maken van een giclée

Een giclée is een in de Verenigde Staten ontwikkelde druktechniek met behulp van een inkjet-printer.
De techniek wordt vooral gebruikt om reproducties van kunstwerken te maken. De term giclée is afgeleid van het Franse werkwoord “gicler”, dat stralen of vernevelen betekent. Bij deze techniek wordt gebruikgemaakt van ononderbroken inktstralen die verschillende kleurlagen op het papier aanbrengen. Kunstenaar Jack Duganne gaf in 1991 de naam giclée aan dit nieuwe drukprocedé.
De hoogste kwaliteit kan worden verkregen door:
– hoogwaardig papier
– een hoge kwaliteit inkt, op basis van echte pigmenten
– een piëzo-printkoptechnologie, waardoor de inkthoeveelheid en frequentie zeer nauwkeurig kunnen worden gedoseerd.
Met deze gepigmenteerde inkten kan een kleurechtheid worden verkregen van 100 jaar of meer volgens de laatste onderzoeken.
Voor het vervaardigen van een giclee moet het werk allereerst gedigitaliseerd worden.
Ook is het mogelijk deze techniek te gebruiken voor werk dat op een beeldscherm wordt ontworpen en waarvan enkel een digitaal origineel bestaat, de zogenaamde ‘digitale kunst’.
(Bron: Wikipedia)

Epson giclée-printer. Er bestaan er heel veel van.